Verfrissend
Publicatie: | Jan Schuuring ©
Op een smal boerenweggetje knarst het grind onder de wielen van een oude wagen en de hoeven van het trekpaard. Beide laten diepe sporen in het grind achter. Het gaat rustig voort, er is geen haast. De man zit voorovergebogen op de bok. De hitte en het geluid van kabbelend water maken hem slaperig. Hij heeft zijn ogen gesloten en zijn ademhaling is diep en gelijkmatig. Soms slaat hij met zijn hand een zoemend insect weg. Naast hem zit Bello, zijn oude kameraad. De zon staat hoog aan de hemel en baart amper schaduwen.
Langs het weggetje strekt zich een brede sloot uit, het water stralend in het zonlicht. Kikkers springen bij het naderen van de wagen prompt het water in. Daar houden ze zich stil, geen gekwaak meer. Een blauwe reiger staat bewegingsloos tussen het riet verscholen, zijn hals gebogen, de gele snavel als een speer op het water gericht. De lucht trilt van de warmte, een lichte bries brengt de geur van vers gemaaid gras met zich mee.
Plotseling zwenkt de kar naar rechts. Daar is het wiel van de as gelopen. De wagen helt gevaarlijk over. Met een doffe plons belanden man en hond in de sloot. Bello spartelt wild terug naar de kant. De man staat op en kijkt verdwaasd om zich heen. Het water druipt van zijn kleren. Dan barst hij in lachen uit. Hij kijkt naar de hond en zegt: 'Dat was een verfrissende duik.' Hij waadt naar de oever en wringt daar zijn hemd uit. Daarna strekt hij zich uit op het gras om te drogen. Bello schudt zich naast hem uit, waterdruppels vliegen in het rond. Dan vlijt hij zich neer naast zijn baas. Samen kijken ze naar de schapenwolkjes die traag voorbij drijven; de tijd lijkt stil te staan.