Klik op de balk hierboven voor het overzicht!
Schittering in de nacht
De seconde, minuten en uren vliegen voorbij als je de slaap niet kan vatten. Toen ik nog een kleine jongen was woonde ik aan het kerkplein van ons kleine dorpje. De klokkentoren heeft geen enkele keer de taak verwaarloost mij er aan te herinneren dat de tijd onherroepelijk zijn gang gaat. Zonder deze toren krijg ik geen grip op mijn slapeloosheid, de tijd verstrijkt zonder enige regelmaat. De reden dat ik wakker lag was er een die mij vaker wakker hield, mijn vriend Bram Joviaan.
Toen ik zestien was, kreeg mijn vader een baan aangeboden die ons financieel zo veel vooruitgang bood dat de keuze snel was gemaakt. Van een klein dorpje in Friesland verhuisden we naar de grote stad. Vanaf het moment dat mijn ouders het nieuws vertelden ging alles ontzettend snel, acht dagen later zat ik in de auto richting ons nieuwe huis. Mijn hoofd en hart lagen nog in Friesland, maar mijn lichaam was ergens anders, ver van thuis.
De eerste paar maanden waren verschrikkelijk op mijn nieuwe school. In oktober stroomde ik in op het gymnasium. Mijn klasgenoten kenden elkaar al van voorgaande jaren of hadden elkaar de afgelopen twee maanden leren kennen. De eerste paar weken was de leraar de enige in een klaslokaal die mijn naam zei.
Nadat er een maand op het Stedelijk Lyceum was verstreken kwam de halfjaarlijkse presentatie in de buurt. De docent ging de lijst van groepjes af en toen hij mijn naam zei, volgde de naam van Bram Joviaan. Ik speurde de klas af om zijn blik te ontmoeten, maar hij zat nog steeds vooruit kijkend naar de leraar.
Nadat de les was afgelopen was het tijd voor de middagpauze. Met een onbehagen gevoel liep ik door de gang richting de aula, ik keek nu al op tegen de aankomende presentatie. Op dat moment werd ik op mijn schouder getikt, ik draaide me om en daar stond Bram Joviaan. Hij keek me met een grijns aan en ik voelde dat ik hem geschrokken aankeek. ‘’Hey Teun, je zal het met mij moeten doen voor de aankomende presentatie. Geef mij anders je telefoonnummer, dan kunnen we een keer afspreken. Ik heb een gaaf idee voor de presentatie.’’ We wisselden telefoonnummers uit en die avond kreeg ik een bericht van Bram. De aankomende zaterdagavond nodigde hij mij uit om naar zijn huis toe te komen. Het voelde onwennig aan. In Nijmegen was ik nog bij niemand thuis uitgenodigd.
Het was die avond een koude maar heldere nacht. De sterren keken toe tijdens mijn fietstocht naar het huis van Bram. Het huis viel niet op, het was er een als vele andere in de straat. Ik haalde diep adem en drukte op de bel. Met zijn jas aan maakte hij de deur open en keek me aan met diezelfde grijns. ‘’Hey Teun! Ik wil je in mijn tuin iets laten zien, iets dat met onze presentatie te maken heeft.’’
In de tuin stond een telescoop met zijn metalen buis gericht op diezelfde sterren die mij zojuist in de gaten hielden. ‘’Kijk er maar eens in, maar wees voorzichtig’’, zei Bram. Toen ik mijn oog op het oculair zette wist ik eerst niet goed wat ik zag. Het duurde even voordat ik door had waar ik naar keek, een oranje planeet met een vlek aan de onderkant. Door de telescoop zag hij er bijna tastbaar uit. Het was de eerste keer dat ik een planeet op deze manier zag, zo dichtbij en nog steeds zo ver weg.
‘’En wat vind je? Dit is het onderwerp van onze presentatie. En maak je geen zorgen, ik weet er alles over’’.
Ik kan mijn docent Nederlands danken aan de vriendschap die toen is ontstaan. Het leven bestaat uit toevalligheden, waarvan de een in de vergetelheid raakt en de ander onvergetelijk is.
Ik stond op uit bed, trok mijn sloffen en badjas aan, en liep naar benden. In mijn gedachten zag ik Bram, gekleed in zijn pak, naast me als getuige op mijn bruiloft. Zijn bruiloft zou de vorige maand zijn geweest. Uit de koelkast pakte ik een biertje en via de schuifpui liep ik naar het terras in mijn achtertuin. Het was een zwoele zomeravond en de eindeloze sterrenhemel stond strak aan de lucht. Met mijn ogen naar de hemel gericht, zoekende naar die ene schittering, zette ik het blikje aan mijn mond.
‘’Bram deze is voor jou’’, zei ik tegen Jupiter. Ik nam een slok en zag die typerende grijns weer voor me.