Skip to main content

© Henk Grotendorst

03 februari 2025
Hits: 100

De vrouw zonder hond

De vrouw zonder hond

Hij liep dagelijks een rondje in het park. Omdat het een heel groot park was, waren er veel mogelijkheden om telkens een andere route te kiezen. Dan werd het geen gewoonteloopje en kwam je niet telkens dezelfde mensen tegen die wel hun gewoonteloopje liepen. Maar evengoed kwam hij haar op zijn wandelingen altijd tegen, de vrouw zonder hond. Ze was geen hardloopster, liep altijd alleen en bovenal: zonder hond. Dit fascineerde hem omdat alles aan de vrouw associaties opriep met hond. 

Als ze elkaar tegenkwamen verwachtte hij dat ze elk moment plotseling halt zou houden om te wachten op de hond, die aan een strakke lijn stilhield om aan iets te snuffelen. Of om te poepen. Zij zou dan straal de andere kant op kijken tot hij klaar zou zijn en intussen doen alsof de hond er niet was. Alsof er sowieso niemand anders was. Daarna zou ze met een zakje in haar hand bukken om de drol op te pakken. Zij zou dit zo terloops doen dat het zou lijken alsof het niet was gebeurd. Of zij zou haar wandeling onderbreken om een praatje te maken. Nooit met hem, haar heimelijke toeschouwer, maar met een andere wandelaar met een hond. Hun honden zouden elkaar besnuffelen of vervaarlijk naar elkaar grommen. Hun baasjes zouden intussen praten over de wereld van de hond.

Op een broeierige dag bij naderend onweer kwam hij haar weer tegen, maar ditmaal zonder de gebruikelijke mijmeringen. Hij bedacht hoe hij zijn wandeling zou kunnen inkorten om te voorkomen dat hij zich zeiknat zou laten regenen. Maar opeens leek het duistere zwerk in een pauzestand te staan. De vrouw zonder hond zou hem normaal gesproken gepasseerd zijn maar stond nu ook stil. Hij had altijd steelse blikken op haar geworpen en zij leek hem tot nu toe nooit te hebben opgemerkt. Maar nu ze stil stonden keken ze elkaar voor het eerst recht in de ogen en begrepen elkaar. Zij liet abrupt haar broek zakken en poepte in de berm naast het voetpad. Ze pakte met onbeschermde hand de drol op en smeerde die over hem uit. Ze opende haar mond, waardoor scherpe blikkerende tanden zichtbaar werden en gromde naar hem. Hij snoof haar geur op en wist dat ze niet zou bijten. Terwijl hij het opgewonden over zich heen liet komen, besnuffelde zij zijn kruis en zijn kont. Daarna kwam de lucht weer in beweging en begon het te hozen. Zij liep blaffend door en schreeuwde: ‘Dat doe ik anders nooit hoor!’