Skip to main content

Burendag

De kamer zat vol met mensen, voornamelijk oud. Het gonsde van gesprekken op dempende toon  gevoerd. Niet specifiek vrolijk, hoewel de aanleiding dat best kon zijn. Achter mij duwde de kinderen mij de gang verder in. “Loop even door mam, we staan nog in de regen”. Ik deed een pasje naar voren en vroeg de buurvrouw waar ik mijn jas kwijt kon. Voor het begin van de lente was het eigenlijk net te koud.

“We hebben alles maar even naar binnen verplaatst” zei ze licht zwaarmoedig. “De kans dat het blijft regenen is te groot. Steeds naar binnen en naar buiten met die schalen vind ik zo irritant”. Haar stem werd een octaaf hoger toen ze het zei. Ondertussen wees ze naar een grote tafel in het midden van de kamer waar enorme schalen met hapjes op stonden. Verschillende vormen en maten, precies zoals het gezelschap uit de straat. Ik zette mijn mini pitaatjes tonijn er tussen.

Om de tafel hing een groot gedeelte van de groep jongeren. Ze keken net als die van mij wanneer ze niet op hun gemak zijn, naar de grond. Kindermishandeling hadden de mijne het net voor vertrek nog genoemd. Mijn poging om Trees in gesprek te brengen met Mohammed van vier huizen verder mislukte. Ze keek me vernietigend aan toen ik vroeg of hij op de dezelfde school zat als Trees. Mohammed's ogen werden nog donkerder dan ze al waren. “Ja mevrouw”: sprak hij meer dan beleefd. Ik durfde niet door te vragen in welke klas hij dan zat.

Mijn jongste was ondertussen begonnen aan de wraps. “Met zalm mam, mijn lievelings”, zijn mond zat eigenlijk te vol om te praten. Ik tikte hem aan en fluisterde zacht in zijn oor dat hij zijn mond niet zo vol moest proppen. “En stop met eten, het is geen maaltijd, dit hoort zo niet”. “Maakt niet uit hoor”, riep de buurman iets te hard “Er is genoeg, Fathima is nog nieuwe hapjes halen die ze niet in een keer mee kon nemen”. Ik voelde het schaamrood opkomen. Ik keek de jongste langer dan nodig doordringend aan. Zie je nou wat er gebeurd als jij je niet gedraagt.

Karel was ondertussen begonnen met handen geven aan de buurtjes die rond de kleine glazen salon tafel waren gaan zitten. De ouderen groeten ietwat te afstandelijk om je gerust te voelen. Anderen spraken de taal niet duidelijk genoeg. In beide gevallen voelde mijn man zich niet thuis. “Kom, kom, zoek een plek, neem plaats” zei de buurvrouw en schoof een kruk zijn kant op. “Ja klopt, de groep is wel groot he om in een keer te weten wie wie is. We nodigen altijd de hele straat van begin tot eind uit. Doen we al jaren, een groot succes al zeg ik het zelf. Iedereen geniet zichtbaar, en het is zo goed voor de binding he”. De kamer viel stil. Ik kreeg niet het idee dat de sfeer er al lekker in zat.

“En hoe is het met u ?”: vroeg ik keurig aan de oude man op de grote leren stoel met extreem brede arm leuningen naast mij. “Tja, wat kan ik er van zeggen he. Van de week was ik voor de uitslag van mijn onderzoeken naar het ziekenhuis. Ze hebben me opgegeven, ze kunnen nu echt niets meer voor me doen”. “Oh u bent ziek?” Ik schrok ervan. “Ja al twee jaar, ik dacht eigenlijk dat dat wel bekend was in de straat. Ach mensen hebben het tegenwoordig allemaal alleen maar druk met zichzelf. Dan ontgaat het ze he”. Hij keek me recht aan. Voor ik kon antwoorden hoorde ik heel hard lachen in de hoek bij de tafel. Ik herkende de schaterlach van mijn oudste.

“Sorry, ik moet even mijn kinderen in het gareel brengen”. De man knikte terwijl hij een slok nam van zijn lamgeslagen biertje. Bij de tafel nam ik twee grote stukken brownie. Een stopte ik snel in mijn mond, de andere hield ik met een servetje vast. Het gelach werd harder, het geluid galmde via de antieke schilderij lijsten, langs de verstilde piano omhoog. “Sttttttt, siste ik tegen de oudste, wat ben je in Godsnaam aan het doen? . “Ik leg contact, dat is toch de bedoeling van burendag ?. “Ja tap er nog eens een” gierde Achmed terwijl de tranen over zijn wangen rolde, ik hou van schunnig”. “Wat is schunnig vroeg de oudste mij”.

De buurman riep er tussendoor: “Welkom iedereen, leuk dat jullie er zijn, dit zijn trouwens de nieuwe buren”.

Eén reactie

  •  
    Echt Super grappig geschreven en het ongemak, 
    van een kring rond de tafel waar je niemand kent en dan van dat opgeschoten kroos erbij, wordt gevoelt!
     

Jouw reactie

Als antwoord op Some User