‘Open die la!’ Hij richt zijn pistool op de kassière.
Het is even stil.
‘Ik moet eerst een bestelling aanslaan om de kassa open te krijgen.’
Weer is het stil.
‘Doe dan maar een burger.’
‘Die serveren we pas na elf uur. Wilt u misschien iets van de ontbijtkaart?’
Verward verlaat de overvaller het pand.